Voegen blijken vaak in een slechte staat te verkeren door diverse oorzaken.
Bijvoorbeeld dat voorheen met de bouw te weinig aandacht werd besteed aan de nazorg, wat de hardheid van de voegen mede bepaald.
En natuurlijk de zure regens, uitlaatgassen, algen, mossen e.d. waardoor de voegen zacht en poreus worden.
Slecht voegwerk kan leiden tot hoge vochtigheid van de gevel waardoor in een strenge vorst periode de stenen kapot kunnen vriezen en vochtdoorslag niet uit te sluiten is.
Degelijk voegwerk hangt af van de voor bereiding en nazorg, beginnend met het krabben, uithakken of slijpen van de voegspecie dit moet voldoende diep en minimaal t/m de oude cement mortel.
Het onder hogedruk uitspoelen van alle voegresten is nodig om een optimale hechting voor het nieuwe voegwerk te verkrijgen.
Belangrijk is een juiste mengverhouding ( voegzand, cement en eventuele kleurstof en water) tijdens en na werkzaamheden ervoor te zorgen dat overmatig vocht of een te snelle droging uitblijft, deze zijn mede bepalend voor de hardheid van de voeg. Het is ook aan te raden om de gevel te laten hydrofoberen na deze werkzaamheden.
Schade aan metselwerk;
Door vochtdoorslag, vocht, roestige spouwankers, verzakkingen wel of niet van een aanbouw heeft de gevelsteen te lijden.
Indien nodig worden enkele kapotte stenen hersteld of vervangen en delen van de gevel opnieuw gemetseld met stenen die overeenkomen.
Om schade te voorkomen van roestige ankers is het nodig om deze te ontroesten en te conserveren om daarna het metselwerk nieuw op te metselen vrij van het ijzer, en of bij sommige verzakkingen is het nodig om een delitatie voeg aan te brengen om de spanning te voorkomen. Ook kunnen wij aluminium strips aanbrengen door deze horizontaal in de voegen aan te brengen om de spanning(en) op te vangen ( zoals boven een raam of deur een latei zit om de muur erboven te dragen ).